Ziektebeelden

De echte tropenziekte die we zagen waren malaria, filariasis en onchocerciasis. De meeste ziektes waren eerder armoedeziektes dan tropische ziektes, zoals spoelwormen, lintwormen, ondervoeding, tuberculosis, etc. Ook tuberculose is eerder een armoedeziekte dan een tropenziekte.

Het meeste (nacht)werk hadden wij aan de verlosafdeling. Niet-vorderende uitdrijving, verwaarloosde stuitliggingen, uterusrupturen, dwarsliggingen met dood kind: allemaal vervelend en niet leuk.

Hieronder enkele ziektebeelden.

Een witte tong als teken van bloedarmoede. Vaak na een bevalling.

Een gezwollen linkerbeen bij elephantiasis, een worminfectie waarbij de lymfebanen worden geblokkeerd. Ook het rechterbeen is aangedaan en een beetje gezwollen.

Een sequester, een dood stuk bot als gevolg van een ontsteking, wordt uitgestoten. Te zien aan de littekens is dit niet de eerste keer.

Een vrouw met twee dode armen en benen. Dit kwam ongeveer eens per jaar voor. De oorzaak? Mogelijk “local medicine”.

Peniscarcinoom. Er zijn opgezette lymfklieren in de liezen als teken van metastasen. Het operatieteam staat klaar voor amputatie.

Er kwamen veel kinderen met brandwonden. Meestal waren ze in het vuurtje in de hut gevallen. Met huidtransplantaties probeerden we er nog wat van te maken.

Zelden gezien: congenitale syphilis

Gips voor onderarmbreuken: min of meer lege artis

Geen idee wat de oorzaak is. De voorgeschiedenis vermelft: “One morning I woke up and it was like that!”
Tuberculose?

Een vrouw beviel van een vierling, allemaal tussen de 1200 en 1500 gram. Ze hebben het alle vier gehaald.

Er werd ooit een man binnengedragen op een brancard door dragers die 30 kilometer hadden gelopen. Hij was in de buik gespeerd door een buurman en een deel van zijn darmpakket was naar buiten gesprongen door de steekwond. De darmen waren bedekt met aarde en modder. Ik vroeg wat er gebeurd was. De dragers zeiden dat ze ongeveer 20 kilometer hadden gelopen, dat ze weliswaar voor 30 kilometer waren betaald maar er zeker van waren dat de patiënt dood was. Ze hadden hem in een greppel gegooid met het voornemen om hem toe te dekken met aarde.
Terwijl ze een sigaretje rookten begon de “dode” te kreunen waarop ze hem weer op de brancard hadden getild en naar het ziekenhuis hadden gedragen.
We hebben de darmen schoongemaakt, de boel teruggestopt en de wond gesloten. Na een fikse buikvliesontsteking is de patiënt na twee weken weer huiswaarts gestrompeld.

Dit is maar een kleine greep uit alle bijzondere beelden die er voorbij trokken. Er was eigenlijk geen dag zonder iets buitennissigs. Toen ik later in Utrecht in opleiding was tot radioloog was dat wel anders. De meeste dagen verliepen toen zonder spectaculaire ziektebeelden. De zorg staat in Nederland op zo’n veel hoger niveau dat een ziektebeeld geen kans krijgt om buitennissig te worden.

Scroll naar boven